De temperatuur huishouding van een paard

door | nov 23, 2020 | Algemeen

Paarden hebben, net als wij en andere warmbloedige dieren, een vrijwel contante lichaamstemperatuur. Dit is nodig om alle processen in het lichaam in stand te houden. Bij paarden is de temperatuur tussen de 37,5oC en 38,2oC. De omgeving heeft invloed op de lichaamstemperatuur. Daarom is er een heel systeem die onderdeel uitmaakt van de temperatuur huishouding van een paard.

Die 37,5oC en 38,2oC gaat trouwens over de kern temperatuur van een paard. Niet het hele lichaam heeft namelijk dezelfde temperatuur. Naar de buitenkant toe wordt het lichaam kouder. Voel in de winter maar eens aan de benen van je paard, die zullen aanzienlijk kouder aanvoelen dan het lichaam zelf.

Hersenen controle centrum voor de temperatuur huishouding

De temperatuur van het lichaam wordt in de gaten gehouden door het ‘temperatuur-centrum’ in de hersenen. Hier wordt informatie die uit het lichaam komt verzameld en vergeleken met de referentiewaarden. Moet er worden bijgestuurd? Dan wordt dat ook vanuit dit centrum in de hersenen geregeld.

Eigenlijk werkt het heel simpel. Is er evenveel warmte productie in het lichaam als warmte verlies? Dan is er niks aan de hand. Is er echter meer warmte verlies dan warmte productie, bijvoorbeeld op een koude winterdag? Dan gaat het lichaam proberen meer warmte te produceren, bijvoorbeeld door te bibberen of door minder warmte kwijt te raken.

Op een warme zomer dag is er een grote kans dat er meer warmte productie is dan verlies. Om te voorkomen dat het lichaam te ver opwarmt worden er dus acties ondernomen om meer warmte kwijt te raken. Dit kan je paard bijvoorbeeld doen door te zweten.

Warmte uitwisseling met de omgeving

Er zijn vier manieren waarop een paardenlichaam warmte uitwisselt met de omgeving:

  • Straling
  • Geleiding
  • Convectie
  • Verdamping

Straling ontstaat als gevolg van de warmte van een object. De straling van de zon bijvoorbeeld, maar ook het paardenlichaam zelf straalt warmte af. Een paard dat op een warme zomer dag in de zon staat zal dus opwarmen door de straling van de zon. De kleur van de vacht heeft daar invloed op trouwens. Een paard met een zwarte vacht neemt wel 90% van de warmte van de zon op, een wit paard maar 50%!

Geleiding vindt plaats tussen twee dingen die elkaar aanraken. Ligt jouw paard in de winter op een betonnen vloer, dan vindt er geleiding plaats tussen de buik van je paard en de betonnen vloer. In de winter is het dus belangrijk dat je paard een goede plek heeft om te liggen.

 

Stilstaande lucht geleidt slecht warmte (denk maar aan een thermoskan) terwijl water dat juist goed doet. Is de enige ligplaats voor jouw paard in de winter nat (door regen of door urine) dan raakt hij of zij daardoor snel warmte kwijt. Een dik strobed bevat veel stilstaande lucht, waardoor een paard dat daar in de winter in licht veel minder warmte kwijt raakt.

Zet jouw paard in de winter zijn vacht op? Dan maakt hij gebruik van dit principe dat stilstaande lucht slecht warmte geleidt.

Convectie is warmtetransport door bewegende lucht of door water. Een paard dat oververhit is koel je daarom snel af met stromend water. Het water neemt de warmte van het paardenlichaam als het ware mee. In de winter kan je paard het door deze convectie eerder koud krijgen met harde wind. De wind neemt de lichaamswarmte mee en tussen de vacht blijft minder goed het isolerende laagje lucht zitten.

Verdamping kan op drie manieren: door te zweten, door te hijgen en door het lichaam nat te maken. Warmte verlies door verdamping werkt als volgt; verdamping betekent dat een vloeistof overgaat naar de gasvorm. Dus water gaat over in waterdamp. Hier is energie voor nodig. Deze energie wordt door het lichaam van het paard geleverd in de vorm van warmte. Dus wanneer water, of speeksel, of zweet overgaat in waterdamp raakt het lichaam warmte kwijt.

Met zweten raakt het lichaam ook zout kwijt, daarom is het in de zomer belangrijk om je paard de kans te geven dit aan te vullen. Dat doe je door middel van elektrolyten.

Methoden om de temperatuur op pijl te houden

Wanneer de balans tussen warmte productie en verlies niet meer in orde is kan een paard de volgende dingen doen:

  • Aanpassen ven de bloedtoevoer naar de huid. Hoe meer bloed naar de huid, hoe meer warmteverlies er naar de omgeving is.
  • Vacht opzetten. Door een stilstaand laagje lucht te creëren is er minder warmte verlies.
  • Gedrag veranderen: bijvoorbeeld beschutting zoeken voor de felle zon.
  • Meer warmte produceren door een hoger metabolisme. In de winter helpt voldoende ruwvoer je paard om warm te blijven.
  • Beweging, door spier activiteit wordt warmte geproduceerd
  • Zweten

Een paard heeft overigens een totaal andere beleving van warm en koud dan wij mensen. Ze hebben het veel minder snel koud en juist eerder warm. Houd daar rekening mee in het verzorgen en werken met je paard. Zorg voor voldoende schuilgelegenheid, pas bij warm weer je training aan en leg niet meteen een dikke deken op als je het zelf wat kouder vindt.